30. Liefde en Levenslust zijn altijd in de Roos

De eerste kennismaking die ik met de roos had, was in de tuin van mijn kindertijd: we hadden lichtroze rozen en al jong voorzag ik ze van zuurstof en rozenmest. Eveneens ontdeed ik ze van onkruid. Ik deed het vooral op verzoek van mijn ouders. En ook om onze tuin zo mooi mogelijk te maken.

Veel interessanter nog waren mijn ervaringen met de wilde rozenstruiken van de gemeente in de perken rond de zandbak voor de hele buurt. Daarin kon ik urenlang spelen en observeren. Het viel mij dan op dat er zoveel lieveheers-beestjes op die rozebottelstruiken zaten. Zij aten de luizen die daar ook hun thuis hadden gemaakt om de plakkerige suiker van die rozentakken af te snoepen. Deze struiken werden niet besproeid met gif en dus plukte ik elke (na)zomer een flinke hoeveelheid van die rozenbottels en mijn moeder maakte er heerlijke, zoete jam van.

Al gauw leerde ik dat die rozenbottels veel Vitamine C en andere werkzame bestanddelen hadden die heel goed waren bij verkoudheid, griep en koorts. Dan moest ik de bottels een maandje drogen op de warmste plek in mijn slaapkamer en ze dan afgedekt een dagje laten trekken in schoon water. Dan het rozerode vocht door de grote zeef doen, alvorens het op te drinken. Ik vond het lekker en het voelde zo goed.

In het erop volgende voorjaar was dat natuurlijk allang op en dus kon ik het dan niet gebruiken. Ik kreeg dan Davitamon 10 met o.a. extra Vitamine C, ook al omdat ik als behoorlijk druk kind jaarlijks last had van voorjaarsmoeheid. Die tabletten hielpen ook wel, maar ik vond het toch jammer dat ik geen ‘’rozenwater’’ kon drinken. Sinds mijn Kruidenopleidingen heb ik inmiddels steevast gedroogde rozenbottels in huis.
Ook volgde ik in die tijd mijn eerste Bach Bloemen cursus. Inclusief de ‘’Wild Rose’’ voor nieuwe Liefde voor jezelf, de ander en het hele leven en Levenslust om weer een beetje te worden als een jonge hond. In de Gemmotherapie leerde ik dat die Liefde & Levenslust het beste al in de kindertijd gestimuleerd kon worden en dat Rosa canina een groot kindermiddel is voor groei & ontwikkeling, m.n. ook van het bewegingsapparaat.

Voor mij is dat heel vanzelfsprekend. Hebben wij immers niet van kinds af aan een heel groot verlangen om in Liefde in de meest uitgebreide zin van het woord op te groeien? En om het leven in al zijn facetten te proeven, ervaren en genieten vol Levenslust? Jong geleerd is oud gedaan.